vrijdag 7 augustus 2015

Cochabamba


De volgend ochtend hebben we de bus gepakt naar Cochabamba. Je hebt verschillende maatschappijen, maar van de mensen van het hostal kregen wij de tip om met Trans Azul te gaan, omdat deze de beste bussen hadden. De afstand Oruro naar Cochabamba is hemelsbreed 120 km, maar dat bestaat hier niet. Totaal kwam het neer op 286 km door de bergen en een kleine 4 uur reizen. 

De busrit was erg goed. Ruime zitplaatsen en alles redelijk nieuw. Tel daar bij op dat we voor z'n vieren slechts 120 Bolivianos (ca. 15 euro) kwijt waren, dus we waren zeer positief verrast. Voor ons de eerste keer hier, maar zeker niet de laatste. Tijdens de rit waren er allerlei verkopers die in en uit de bus stapten. Zelfs een verkoper van een zogezegd medisch wondermiddel. Hij kreeg zeker een half uur spreektijd waarin hij vertelde hoe slecht de Boliviaanse eetgewoonten zijn, veel vlees en weinig groente en dat zijn medicijn de gezondheid sterk werd verbeterde...

Begin van de middag kwamen we aan in Cochabamba. Deze stad ligt op 2.500 meter hoogte en heeft een zeer aangenaam klimaat. Ook al is het nu winter, overdag liep het kwik op tot net onder de 30 graden. En 's nachts, maar wel diep in de nacht werd het niet kouder dan een graadje of 8.

In Cochabamba hebben we vooral lekker rustig aan gedaan. Lekker bij het zwembad, daar waren vooral de jongens aan toe, gewinkeld en lekker gegeten. Bezoek gebracht, met de kabelbaan, aan de Cristo de la Concordia, het 33 meter hoge beeld van Christus boven op een heuvel aan de oostkant van de stad. Via een trap kun je ook aan de binnenkant omhoog en door kijkgaten van het mooie uitzicht genieten. 











Goede hotels ook we hadden er (foutje) twee. In Gran hotel Cochabamba was een bruiloft. Ook leuk om mee te maken. 



Na vijf heerlijke dagen op weg naar het vliegveld voor een vlucht van maar liefst 28 (!) minuten naar al weer onze laatste stop in Bolivia, La Paz!


donderdag 6 augustus 2015

Op weg naar Potosi, uh... Oruro


De volgende stop in ons reisplan zou Potosi zijn. Alleen was er al ruim twee weken sprake van een blokkade van deze roemruchte, koloniale 'zilverstad'. Niemand die er in, of er uit kon. 

Potosi is bekend van de Cerro Rico (rijke berg) waar in 1545 een grote zilverader werd ontdekt. In de 17e eeuw is hier door de Spanjaarden een enorme hoeveelheid zilver (de zilvervloot) vandaan gehaald. In de loop van de tijd is de mijn uitgeput geraakt, maar nog steeds wordt door de lokale bewoners, waaronder ook kinderen, onder erbarmelijke omstandigheden getracht om restjes zilver uit de berg te krijgen. 

Alleen via het toerisme kan de arme bevolking (ca. 160.000 inwoners) nog wat geld verdienen, overige bronnen van inkomsten zijn er niet. Mede omdat de stad op ruim 4.000 meter hoogte ligt en daarmee claimt de hoogste stad van de wereld te zijn. 

Potosi is de hoofdstad van het gelijknamige departement (823.000 inwoners),  waar ook de Salar de Uyuni onderdeel van uitmaakt. In potentie (want de ontginning van de lithium aldaar staat nog in de kinderschoenen) een zeer rijk gebied. 

De blokkade van Potosi was gericht tegen de centrale regering die alle inkomsten vanuit de diverse departementen eerst opstrijkt en dan herverdeelt. De Potosianen vinden dat er te weinig in hun departement wordt geinvesteerd. Het waren vooral de mijnwerkers, de allerarmsten, die het meest fanatiek waren in het opwerpen van de blokkades van de wegen rond de stad.

We hebben nog tot op het late moment gehoopt dat er een oplossing zou komen voor het conflict in Potosi, zodat we er alsnog heen konden reizen. Maar helaas, dus moesten we kijken naar een alternatieve route. Uiteindelijk werd dat via Oruro. Niet onze eerste keuze maar helaas noodzakelijk. 

Oruro was naar ons idee een erg onaantrekkelijke stad. We hebben ons maar getroost met het idee dat we de volgende keer, als we weer naar Bolivia gaan zeker Potosi gaan bezoeken. 

Onze chauffeur en kok zouden ons afzetten in Oruro, waarna wij de volgende dag de bus naar Cochabamba zouden nemen. Een langere rit dan naar Potosi en ook nog met een onzekerheid wat betreft tijd en afstand. Onderweg kwamen we namelijk nog enkele mijnstadjes tegen die eerder gedurende de blokkade zich solidair hadden getoond met de mijnwerkers in Potosi. 

Het bleek ons gelukkig mee te zitten. Na zo'n 6 uur afwisselend op goede en onverharde, zeer stoffige wegen te hebben gereden - maar zonder blokkades - kwamen we aan in Oruro. Na het afscheid van Ruben en Braulio zijn we de stad gaan verkennen. En dat bleek een enorme meevaller. Oruro (3.710 meter) is tegen een heuvel gebouwd (dus mooie vergezichten), heeft mooie koloniale gebouwen en is verre van toeristisch (dus lekker authentiek). 










In een lokale eettent hebben we de specialiteit van de streek, schaap, gegeten. Deze geaast op de omliggende zoutvlakten en dat geeft een intensere smaak. Geslapen in een familie hostal, goedkoop maar wel goed. Volgende dag de bus naar Cochabamba. 






4x4 safari - dag 4: de Salar de Uyuni


Die dag, woensdag 29 juli was het - je raakt op zo'n lange reis je besef van tijd aardig kwijt - mochten we zowaar een half uur uitslapen. Dat gold niet voor de andere amigo's die er al om 5 uuruit moesten omdat zij die dag slechts een halve dag een tour hadden en wij een hele. We hadden het zouthotel dus voor ons alleen. 





Rond 9.00 uur zou het toch echt gaan gebeuren, we zouden de werelberoemde Salar de Uyuni gaan betreden! 

De Salar de Uyuni bevindt zich op een hoogte van 3.656 meter hoogte in het Zuidwesten van Bolivia in de provincie Potosi (hierover later meer) Met een oppervlakte van 10.582 km2 is het de op een na (Makgadikgadi in Botswana) grootste zoutvlakte ter wereld. 

Het zou meer dan 10 miljard ton zout bevatten waarvan jaarlijks ca. 25.000 ton gewonnen wordt. Het gebied bevat 50-70% van de lithium voorraad in de wereld en daarmee zit Bolivia op een potentiele goudmijn. 

We zijn eerst naar een plek gereden waar men blokken zout met de hand uitzaagt voor gebruik in onder andere de zouthotels. 






Daarna doorgereden naar Isla Inkawasi, het eiland met het Inca huis. Wat nu een rotsformatie is, halverwege de zoutvlakte,  maar ooit een eiland was in de immense zee die hier lan geleden was. Een plek met een fantstisch uitzicht, maar die zelf ook bijzonder is door de vele, soms wel 10 meter hoge cactussen. 









Na de lunch zijn we over de vlakte richting het plaatsje Uyuni gereden. Onderweg hebben we hier de traditionele 'trucagefoto's' genomen.  








Langs Playa Blanca gereden, het illegale hotel op de zoutvlakte, en ook nog even gestopt bij het Dakar monument van de ralley van vorig jaar. 






Pal bij Uyuni ligt het  Cementerio de trenes, het treinenkerkhof. Toen in de jaren 40 van de vorige eeuw de mijnbouw terugliep, zijn hier een groot aantal locomotieven en wagons gedumpt, die hier weg staan te roesten. Bijzonder gezicht en voor de jongens leuk om in te klauteren.







Overigens valt er verder weinig te beleven in dit dorpje, waar men vooral komt op doortocht. Overnacht in hotel Magya de Uyuni. Niets bijzonders, maar wel met een echt bed en eigen badkamer met warme douche. 

Avondeten op de kamer, gestoofde lama en quinoa bier.